Afstandshoepel

Het is heel prettig in mijn hoofd. De vroege zaterdagochtend is mooi begonnen en nu ik in de polder ben, kan ik genieten van de reiger die geduldig aan de slootkant staat te wachten op zijn prooi. En van de zon die haar best doet om de mist te verjagen. Mijn benen hadden de eerste tien minuten wat moeite om op gang te komen, maar nu hebben ze hun ritme gevonden en rennen ze op de automatische piloot. Heerlijk.

En zoals altijd komen de gedachten vanzelf. Meestal zijn het huis-tuin-en-keukengedachten, niks bijzonders. Ze gaan over wat we vanavond weer eens zullen gaan eten. Dat ik straks meteen maar even boodschappen ga doen, want dan is het nog rustig. En dat het leven anders is geworden. Het zit ‘m juist ook in de kleine dingen. Normaal gesproken doe ik altijd nog even een lippenstiftje op voordat ik de deur uitga. Tegenwoordig laat ik het achterwege, want waar doe ik het voor? Voor een bevlekt mondkapje? Ik zag er trouwens laatst eentje met de tekst ‘Ik glimlach’. Grappig.  

Gaat u maar eerst

In de supermarkt voel ik me een beetje geïsoleerd, bedenk ik me. Anders glimlach je nog eens tegen iemand, je zegt ‘gaat u maar eerst’, je wisselt een woord over die rode wijn die echt lekker is, of over welke gezichtsreinigingsdoekjes het fijnste zijn. Nu houd ik mijn mond, want het is toch alleen maar gemummel achter onze maskertjes en je moet te vaak zeggen: ‘Wat zegt u?’. Het is bovendien al een gedoe genoeg om de anderhalve meter in acht te houden. Kunnen ze niet iets bedenken waardoor dat automatisch gaat?

In mijn hoofd ontstaat een beeld. En ik voeg er meteen een woord aan toe: ‘afstandshoepel’. Ik zie hem al naast ‘blokjesverjaardag’ staan in het rijtje van coronawoorden. Mijn benen en mijn fantasie razen voort. Als we nou toch eens allemaal een hoepel om ons middel droegen van drie meter doorsnede. Wel eentje met een enorme flexibiliteit, want als we iets uit een schap moeten pakken, moeten we wel even een stuk van de hoepel naar binnen kunnen halen, anders kunnen we er niet bij. Of misschien is een paraplumechanisme ook wel iets. Je klapt ‘m in als je iets wilt pakken en daarna klap je ‘m weer uit. Ook handig als je een smalle doorgang tegenkomt. En misschien moet er dan ook nog een touw aan hangen voor…

Polderbaan

Hé, wat is dat?! Wat hoor ik achter mij?! Ik kan het niet thuisbrengen. Het doet me denken aan het doordringende geknetter van gevechtsvliegtuigen in films over de Tweede Wereldoorlog. Een groep Messerschmitts en Spitfires die geland zijn op mijn polderbaan! Ik weet echt niet wat ik hoor en het geluid zwelt razendsnel aan. Zo snel dat ik me niet meer veilig voel en net op tijd opzij spring in het hoge gras om de viermans quads voorbij te laten razen. Er zitten leuke Gooise koppeltjes in met lachende gezichten, in elke quad twee. Ik moet er vijf aan me voorbij zien gaan, voordat ik me heb hersteld van de schrik en naar de lachende stelletjes in de zesde quad een grimas kan trekken.  

En weg zijn ze weer. Net als mijn fantasieën. Had ik toch bijna een prototype uitgedacht…

Verhalen schrijven vind ik leuk. Zowel waargebeurde (zoals hierboven) en fantasieverhalen. Heb jij een verhaaltje nodig? Voor je vriendje, je oma, je beste vriendin, of iemand op je werk die met pensioen gaat bijvoorbeeld? Als jij wat ingrediënten aanlevert, dan maak ik er een mooi verhaal van. Of een speech. Of een sprookje. In deze gekke coronatijd, waarin je elkaar niet zomaar eventjes gezellig kan bezoeken, is het een origineel cadeau. Een mooie brief, maar dan anders…

2 thoughts on “Afstandshoepel

  1. Nou Lieve Sylvia, hieruit blijkt maar weer dat je beter kunt schrijven dan rekenen. Voordat je hieronder verder leest, ben ik benieuwd of je weet wat ik bedoel.

    Als iedereen een afstandshoepel om zijn middel draagt, hoeft deze geen drie meter in doorsnede te zijn…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *