Alexander
Hij is de overgebleven helft van Willem Alexander. Vermoedelijk heeft hij de andere helft weggepest. Ooit waren ze met z’n tweetjes, Wim en Lex, twee broers. Wim heeft het nog wel een paar jaar uitgehouden, maar heeft er uiteindelijk voor gekozen om ergens anders te gaan wonen. We zijn hem nog wel eens tegengekomen, hij gunde ons geen blik meer waardig.
Lex had jarenlang de alleenheerschappij in huis en daarbuiten. Hij gold als de terrorist van de buurt, maar die jaren zijn voorbij. Er zijn tegenwoordig jongere goden in de buurt die met jeugdige bravoure de scepter zwaaien. Was onze koninklijke hoogheid ooit dapper en onverschrokken, nu steekt deze miniatuurtijger eerst voorzichtig zijn neus naar buiten, kijkt naar links, naar rechts, naar links, naar rechts en nog een keer naar links en voor de zekerheid nog een keer naar rechts om te zien of de kust veilig is alvorens zich naar buiten te begeven. Dan sluipt hij in slow motion langs de gevel op zoek naar een fijn plekje in de zon. Of naar een fijn plekje voor zijn behoefte. Lex is een mooiweerpoeper. Hem niet buiten gezien als het regent, dan gaat-ie lekker op de bak. Altijd al gedaan.
Lillijk
Is ‘ie een knappe kater? Haha nee, integendeel. Ik noem ‘m altijd ‘lillekerd’ en zo heeft ieder gezinslid z’n eigen koosnaampje voor Lex. Allemaal in dezelfde categorie en da’s niet voor niks, er mankeert van alles aan. Z’n staart was ooit gebroken, ‘t is een krom scheef stompje, echt raar. Voor een kater is ‘ie veel te klein en naarmate de jaren vorderen lijkt ‘ie nog kleiner te worden. Op z’n kin een zwarte vlek die oogt als een gezwel. Kortom, Lex is niet om aan te zien, maar ja, too-good-to-go. Dat vindt ‘ie zelf ook, getuige zijn hobby om te pas en te onpas uit het niets voor je voeten te schieten. Om al schreeuwend te laten weten dat hij niet vergeten wil worden. Want hij mag dan klein van stuk zijn, zijn ego is des te groter.
Dat weet Bobbi ook. Die heeft niets te vertellen, ondanks dat ze vier keer zo groot is. Sterker nog, Bobbi vreest regelmatig voor haar leven. Is er het ene moment niets aan de hand, het volgende moment heeft ze een haal en een bloedneus te pakken. Terwijl ze toch alleen maar even onschuldig aan Lex’ poeperd wilde ruiken. Nog erger is het wanneer Lex prinsheerlijk bij een van ons op schoot ligt en Bobbi bedenkt om ook eens in de buurt van de bank te gaan liggen. Dan is er jaloezie in het spel. Ze mag van geluk spreken dat ze nog steeds twee ogen heeft.
Tegenpolen
Lex bepaalt wanneer en bij wie hij op schoot ligt. Wij hebben daar niets over te zeggen. Ligt hij eenmaal, dan gaat ‘ie niet meer weg. Een poging daartoe leidt tot niets; je kunt gerust proberen hem eraf te tillen, maar dat heeft geen zin. Hij heeft dan namelijk zijn gewicht verdubbeld én zijn pluspool in werking gezet. En laat jij dan plots een heel sterke minpool hebben, ’t is niet te doen. We hebben ons erin berust. En da’s precies de bedoeling…
Elke maand bij het bestellen van een zak hypoallergeen voer vragen we ons af of dit de laatste keer zal zijn. Datzelfde vragen we ons af bij al die keren dat hij vechtend als een wild roofdier in z’n reismand wordt gepropt. Omdat hij weer eens een dikke lip heeft door zijn auto-immuunziekte en hij een injectie moet halen om de lip tot z’n oorspronkelijke proportie terug te brengen. Van de bedragen die we daaraan kwijt zijn geweest hadden we met gemak met zes personen een strandvakantie van drie weken kunnen boeken.
Circus
’t Is een volhoudertje, onze Lex. Dat komt natuurlijk ook omdat hij tussen de oren jong blijft, dat helpt niet alleen bij mensen. Zo kan hij met veel rumoer de trap af rennen achter een sliertje cadeaulint aan. Jonglerend als een circusartiest houdt hij het lintje in de lucht, vangt het op, gooit het weg om het vervolgens met veel lawaai weer op te vangen.
Toch gaat het ook weleens mis. Als hij net als vroeger in de vensterbank wil springen bijvoorbeeld. Dat gaat tegenwoordig wat minder soepeltjes en de calculatie van de hoogte is niet meer zo scherp. Dan kijken we elkaar aan met een van pijn vertrokken hoofd en opgetrokken schouders. Totdat meneer na de klap weer opstaat, kennelijk zijn plannen heeft bijgesteld en op een stoel gaat liggen, onderwijl doend alsof zijn neus bloedt.
Wat dat betreft heeft hij eigenlijk meer weg van een minister-president dan van een koning. Maar hoelang hij dat nog volhoudt weet niemand. Dat weten we van de minister-president ook niet. Elke keer als je denkt dat het bijna afgelopen is met ‘m schudt hij zichzelf weer bij elkaar, strekt hij zijn rug en treedt hij de toekomst met vernieuwd elan tegemoet. Eens is het afgelopen, dat weten we allemaal. Lex is bijna achttien, dus wat wil je. Maar voor hetzelfde geld leeft ‘ie nog acht jaar en wordt ie de oudste kat van Nederland. En de minister-president de oudste premier…
Elke keer lees ik je schrijfsels met zo veel plezier.
Nog eens: HULDE!!!
En veel liefs.
Dank je wel Jane!
Mooi en herkenbaar stukje Syl. Ook onze golden retriever (45 kg) moest het afleggen tegen de poes van nog geen tiende van zijn gewicht.
Dank je Bert. En ik maar denken dat we met Lex een uniek exemplaar te pakken hadden… 😉
Super leuk!
long live the king and the queen of dikdakken! weer een om in te lijsten en te bundelen
Haha, je weet het zelf ook weer mooi te zeggen JW! Op zo’n manier dat alleen ik het kan begrijpen… 🤭