Speedeten
Vrijdagmiddag einde van de werkdag. Computer dichtgeklapt, jas aan en snel de deur uit, want we hebben om zes uur afgesproken. Dat moet lukken als er onderweg niets tegenzit. Het zit mee. Netjes op tijd de auto in de straat parkeren en een stukje op volle snelheid naar de voordeur glibberen. Dingdong! Dat duurt langer dan ik zou wensen, het gaat van de tijd af die we hebben.
De voordeur zwaait open en Rob deinst terug de gang in. Anderhalve meter hè? en een verontschuldigende glimlach. We zwaaien naar elkaar en begeven ons in de ganzenpas de trap op naar de huiskamer. Ha, daar hebben we Lies! Hé, hoi! Opnieuw zwaaien, nu vergezeld van op geoorloofde afstand toegeblazen kushandjes en enigszins gefrustreerde en vergoeilijkende scheve glimlachjes.
Beter niet eerst even borrelen hè? Meteen maar aan tafel, geen tijd te verliezen! We hebben een linzensoepje, een tussengerechtje van mosselen, een vispotje en aardbeitjes met slagroom toe. Dat moet net gaan, toch? Wijntje erbij? Ja hoor, lekker, eentje moet kunnen.
Mosselen
Gelukkig was het soepje al warm, het hoeft alleen nog op de borden geschept, dat scheelt. Aanvallen maar! Tussendoor kwetteren we erop los, geen tijd te verliezen. Als de soep op is, is het Robs beurt in de keuken. De mosselen. Wel fijn dat Lies eraan heeft gedacht om alvast de oven aan te zetten voor het vispotje. We kwetteren door, anders redden we het niet. Ha, de mosselen! Mmm… lekker! Oeps, het vispotje! Dat moet nu toch wel de oven in, want dat duurt twintig minuten. Pfff… bijna vergeten!
Inmiddels is ons voortklaterende gesprek overgeschakeld naar de volgende versnelling. En kijk, daar is het vispotje! Dan toch nog een half glaasje wijn erbij voor de smaak? Nou vooruit dan maar. Jammie, echt smakelijk dat vispotje! Toetje? Eh… kan het nog? Jawel, moet nog wel gaan. Nou graag dan! Fijne Hollandse aardbeitjes, uit de kas, maar toch erg lekker.
Tot gauw
Maar geen koffietje meer hè? Nee joh, dat lukt niet meer, het is tijd om te gaan. Het was gezellig hoor, en heerlijk gegeten! Jas aan, tas mee, zwaaien. Tot gauw!
Terugglibberen naar de auto, en als de wiedeweerga naar huis. Er zijn meer mensen onderweg en de stoplichten springen steeds expres op rood. Mijn hartslag stijgt, dat zal toch niet van de wijn komen? En door! De snelweg op, even doorracen en er weer af, het dorp in. Nog even en het huis is in zicht. Het staat er nog. De sleutel in één keer in het slot, draaien, de deur gaat open en ik sta binnen.
Pfff… op het nippertje! Ik hoor de avondklok al luiden…
Mooi, en nu al historisch tijdsbeeld Syl. ‘Kling klokje klingelingeling..’. Ook in Den Haag wilde men graag het klokje horen klingelen. Helaas was de rechter linker en zette het luiden van het avondklokje stil. Kun je ’s avonds weer opgelucht …pffff… ademhalen. 😉
Ja inderdaad zeg! Wie had nou toch gedacht dat ik ‘Viruswaarheid’ ooit ergens dankbaar voor zou zijn… 😉
Prachtige vondst trouwens: speedeten!